Leg de gelatineblaadjes in een kom koud water en laat ze weken. Sla met een deegroller of iets anders zwaars de kruidnoten tot kruim in een plastic zakje of onder een theedoek.
Doe de slagroom alvast in een pannetje. Snij de vanillepeul open en schraap met de achterkant van een keukenmes het merg eruit. Voeg dit merg én de vanillepeul toe aan de slagroom, samen met de suiker en de speculaaskruiden.
Verhit de slagroom langzaam op laag vuur, anders heb je kans dat de pan overkookt. Als de suiker is opgelost en de speculaaskruiden mooi vermengt zijn met de slagroom, breng je het mengsel vervolgens aan de kook. Laat onder constant roeren (weer dat overkookgevaar!) het mengsel drie minuten koken. Haal van het vuur af.
Knijp de gelatineblaadjes goed uit en voeg ze één voor één toe aan het iets afgekoelde slagroommengsel. Roer goed door en schenk het mengsel in zes glaasjes, kopjes of bakjes. Stop overal wat kruidnotenkruim in, maar bewaar de helft. Zorg ervoor dat de kruim dieper in de panna cotta komt, zodat er overal kruim zit.
Laat de panna cotta minimaal vier uur lang afkoelen en opstijven in de koelkast. Maak daarna af met de rest van het kruidnotenkruim. Je kunt de panna cotta uit het bakje eten, maar als je 'm wil storten doe het glaasje dan tien seconden in heet water. Serveer eventueel met een vruchtencoulis, vers fruit of ijs.
