Doe de bloem, boter, poedersuiker, zout, citroenrasp en amandelpoeder in een grote kom en meng de boter door de droge ingrediënten. Wrijf vervolgens alles tot een zanderig geheel. Voeg tot slot het ei toe en meng tot een homogeen deeg.
Je moet het deeg fraiseren: dat doe je door het deeg met je handpalm als het ware voor je uit te "strekken". Dat doe je een keer of vier, zodat de boter echt helemaal goed door het deeg zit. Pak het deeg vervolgens in plasticfolie en laat het minimaal 30 minuten rusten in de koeling.
Bestuif het werkblad met bloem, haal het deeg uit de koelkast en rol het deeg uit 3 à 4 mm dikte. Bekleed een ingevette tart vorm (of meerdere kleine) netjes met het deeg. Laat het deeg in de bakvorm wederom minimaal 30 minuten rusten.
Verwarm de oven voor op 150 graden hetelucht of 170 graden convectie. Haal de vorm uit de koeling en doe een laagje bakpapier op het deeg en vul met de bakbonen. Bak de bodem 30 minuten blind in de oven.
Laat de bodem helemaal afkoelen. Meestal kun je na een minuut of vijf de rand verwijderen als je met een losse bodem werkt. Vul de afgekoelde bodem met de lemon curd en zet de taart weer dertig minuten in de koelkast om de vulling te laten opstijven.
Maak ondertussen de meringue: meng daarvoor de eiwitten met de suiker. Als de eiwitten stijf zijn, spatel je er voorzichtig de maizena en azijn doorheen.
Je kunt nu of de eiwitten direct op de taart spatelen en het netjes afwerken met een lepel of paletmes, of je doet de meringue in een spuitzak en maakt allemaal toefjes op de taart. Tot slot kun je de taart branden onder de hete gril van de oven of met een gasbrander.
