Meng de honing, mosterd en whiskey in een ruime schaal tot een iets dunne marinade. Bestrijk de beenham met de marinade. Ik giet het er altijd overheen en masseer de glaze in het vlees. Laat 24 uur marineren in de koelkast en draai de beenham af en toe om. Haal de beenham een halfuur voor bereiding uit de koeling, zodat het vlees op temperatuur kan komen.
Verwarm de oven voor op 180 graden hetelucht. Braad de beenham ondertussen aan in een koekenpan, zodat het vlees mooi dichtschroeit. Doe de beenham met het vet uit de pan in een ovenschaal, overgiet met de rest van de marinade, voeg eventueel wat water toe als de marinade te dik is en zet in de oven.
Bak de beenham 50 tot 60 minuten in de oven gaar. Tussentijds moet je de beenham arroseren: dat betekent dat je de beenham bedruipt met de glaze in de ovenschaal. Als deze glaze té veel karamelliseert kun je water toevoegen en de glaze verdunnen door dit goed door te roeren. De ervaring leert dat je dit minimaal één keer moet doen.
Haal de beenham uit de oven, bedek met aluminiumfolie en laat 5 minuten rusten. Snij het vlees in dunne plakken en serveer met de saus uit de schaal.